maandag 29 juni 2009

maandag 23 februari 2009

Hoe groter de groep, hoe blijer je je voelt.

Het valt me vaak op, hoe respectloos de verkondigers van gods woord met de gevoelens van anders denkenden omgaan.
Zo heeft de Italiaanse premier Berlusconi, nadat hij zich had verzekerd van pauselijke steun, de vader van Eluana, vlak na het versterven van diens dochter, een moordenaar genoemd.

Zelfs de botste christen kan zich toch voorstellen, dat iemand wiens dochter zojuist is gestorven, pijn heeft. Ook al heeft die man een strijd gevoerd waar je het niet mee eens bent, namelijk het recht om zijn dochter in coma een menswaardige dood te laten sterven, in plaats van dat allerlei machines bloed door haar blijven rondpompen.
Juist als die persoon een 17 jaar lange alles verslindende morele en juridische strijd heeft gevoerd om zijn dochter te mogen laten sterven, juist dàn betracht je toch terughoudendheid, of zelfs compassie, misschien niet als premier, maar toch zeker wel als mens.
De premier van Italië weet echter niet beter te doen, dan de vader aan de christelijke schandpaal te nagelen . .

Bij de voedselbank, waar ik als vrijwilliger werk en die in handen is van een groep christenfundamentalisten, wordt ook zo geoordeeld, jòh.
Op iedereen hebben ze wel wat aan te merken: Politieke en economische vluchtelingen, Italianen ten zuiden van Rome, vrijdenkers en anderen die iets linkser dan extreem rechts denken, ze worden allen verfoeid. Ook zigeuners, atheïsten, homo's, gescheiden vrouwen, ach de lijst is oneindig . . .
Van deze schatjes kreeg ik een pamfletje mee naar huis, waarop de christenvisie op de zaak Eluana stond beschreven.
Dit zijn de situaties waarin ik blij ben, dat mijn Italiaans nog veel te wensen overlaat.
Zonder echt mijn best te doen, begrijp ik er namelijk niet zo veel van en dat is in geval van fundamentalistische pamfletjes veel beter voor mijn bloeddruk.
In de prullenbak met die troep.

Maar ze zijn ook wel leuk hoor, die christenen: van de week was collega Antonio naar de dokter gegaan omdat hij zo’n keelpijn had en het bleek weliswaar een tumor, maar niet kwaadaardig en zijn zoon was rondgestuurd om iedereen persoonlijk te bedanken, omdat ze zo goed hadden gebeden, waardoor het dus allemaal reuze meeviel, met die keel.
Ook de zieke oma van collega Giuseppe, die ook heel hard had gebeden, kreeg via haar kleinzoon de oprechte dank en het verzoek om nog even dòòr te bidden tot na de operatie.

De christenen houden elkaar en zichzelf lekker bezig op deze manier en dat is uitstekend voor het sociale contact. En daar wordt een mens gelukkig van.

Als je je namelijk een gewaardeerd lid voelt van een groep, maakt dat je blij.
En hoe groter de groep waar je bij hoort, hoe blijer je je voelt.
Snap je nou waarom ze alsmaar aan het zieltjes winnen zijn?
Hoe groter de groep, hoe blijer je je voelt.

dinsdag 6 januari 2009

Epifana

Vandaag is het in Italië Epifana.
Ik heb niet helemaal begrepen, wat er precies gevierd wordt, maar iedereen heeft vandaag vrij en vrouwen wensen elkaar prettig Epifana.
Van één van mijn vrouwelijke collega’s op de voedselbank ontving ik de volgende sms:

Hallo Anna,
Ik wens je dat je je ster kunt volgen die je zal leiden naar volledige vreugde en dat je Jezus zult vinden, die ook voor jou op aarde is gekomen.
Vanuit mijn hart wens ik je een goed Epifana.

Ik ben ervan overtuigd, dat de vrouw die dit stuurt het lief bedoelt, maar het heeft iets weg van een ouwe verkooptruc:
je geeft iets aan iemand, (Jezus is ook voor jou op aarde gekomen...)
dan voelt die persoon zich hopelijk verplicht om er iets voor terug te doen (nou moet je 'm vinden).

Als gedetineerde ben je aangeschoten wild voor allerlei religieuze bedoeningen en ik ben van ze afhankelijk om de deur uit te komen.
Niet van de religieuzen, maar van de voedselbank.
En dat ìs dus een religieuze bedoening.

Ze doen zo opdringerig allemaal. Ik probeer toch ook niet om ze aan 't blowen te krijgen? Stelletje pushers.

woensdag 12 november 2008

Karmapunten

Op de administratie van het centrum voor solidariteit zit ik envelopjes dicht te plakken en mijn chef zit tegenover me aan de telefoon iemand te overtuigen om wèl te doen.
Ik weet niet wàt ze zit te bietsen, tijd of geld, maar de overreding, die zij in de strijd gooit, gaat ongeveer als volgt:
Als je wèl doet, dan help je iemand en dat ziet god en voor goeie acties krijg je bonuspunten.
Er worden dus twee mensen beter van je daad: de persoon voor wie jij wèl doet en jij zelf, maar jij eigenlijk het meest, want wat god ziet, is het belangrijkst.
Wel doen is dus nog het meest profijtelijk voor de weldoener.

De ondertoon, die ik hierin beluister, is: Als je nu niet meewerkt, ziet god dat ook en dan ben je dus zwaar de lul.
Maar dit is waarschijnlijk slechts de vrucht van mijn perverse zondaressebrein.

In het Boeddhistische klooster waar ik in 1988 een maand opleiding mocht genieten, werd goed doen als volgt verklaard: Als je goed doet, verbetert je karma en dat is handig voor de toekomst.
Bovendien levert het je een betere uitgangspositie op, als je reïncarneert.

Persoonlijk denk ik, dat goed doen meer te maken heeft met iemand anders niet willen laten verrekken en dat zit in onze hersens. Zo zijn we gemaakt.
Spiegelneuronen in ons brein zorgen ervoor dat we meevoelen (empathie) en dat hebben veel primaten en ook sommige andere diersoorten.

Ingewikkelde verhalen over profijt-denken hoeven ons handelen niet te verdedigen: we kunnen gewoon niet anders. Zo zitten we in elkaar en als we iemand tòch laten creperen, zijn we tegennatuurlijk bezig.

Nou ga ik dit de wereld maar even vertellen, want anders wordt het nooit wat met ons.

woensdag 29 oktober 2008

De slang in het paradijs . . .

blijkt een adder.
Onder het gras.

Deze dinsdag meld ik me om 9 uur op het adres van de voedselbank.
Twee gepensioneerde heren en een jonge vrouw van een jaar of dertig heten me welkom en ze zijn alle drie hartstikke aardig.

Eén van de senioren, Paolo, neemt me mee naar het 'magazijn', waar we ingezameld eten gaan controleren.
"Alles gaat hier in een rustig tempo," zegt Paolo, die al ploeterend met zijn leesbril, op en af en weer op, zich een ware meester toont in het vinden van de houdbaarheidsdatum op de verschillende flessen olijfolie en pakken pasta en zakken rijst, "maar ik ben dan ook 75, dus ècht druk maak ik me meestal niet."
Hij ziet er veel jonger uit en dat zeg ik hem ook en op dezelfde keuveltoon vraagt hij bij welke kerk ik hoor.
Ik zeg dat ik niet kerks ben.
"Tja, niet praktiserend zijn we soms een tijdje", zegt hij begrijpend, "maar bij welke kerk bent u gedoopt?"
"Gedoopt ben ik ook niet."
Er klinkt achterdocht in zijn stem: "U bent niet gedoopt? Bedoelt u dat u niet religieus bent opgevoed, of bent u op latere leeftijd gedoopt ?"

Nou ben ik mijn hele leven al atheïst en ik weet, dat gelovigen ontzet kunnen reageren op een niet-gelovige, soms ronduit vijandig.
En ik weet ook echt uit ervaring, dat het woord 'atheïst' als een rode lap op een stier kan werken, dus dat woord vermijd ik meestal. Maar veel verder wil ik mijn aanpassing niet laten gaan en zomaar de gelovige uithangen of ietsist spelen, is dus geen optie.
Naar waarheid zeg ik: "Geenszins, ik geloof namelijk niet."
In één klap zie ik die arme Paolo vijf jaar ouder worden en ik begrijp, dat dit niet de goede manier is om vrienden te maken hier.
"Nou, daarover wil ik nog wel eens met u van mening wisselen," zegt Paolo-De-Oude.

De sfeer is verknald. Toch jammer.
Deze aardige mensen, die veel moeite doen om mij hier thuis te laten voelen, zijn mijn enige mogelijkheid tot sociaal contact.
Ik heb hier in het afgelopen uurtje al meer gesprek gevoerd, meer Italiaans geleerd en meer mensendingen gedaan, dan in de afgelopen 16 maanden bij elkaar.

Gelukkig komt er iemand het magazijn binnen wandelen om ons te helpen.
Hij heet Nicolo en blijkt een joviaal broekie van 68, die van je en jij doet, iets wat ik absoluut niet gewend ben in het formele Italië. Voor de zekerheid vraag ik hem of we tutoyeren en Nicolo spreekt: "Zelfs tegen God zeggen we toch je? En die is de hoogste, dus de mensen ga ik dan zéker niet met u aanspreken. Niemand.
Als je je niet beledigd voelt, tenminste."

Beledigd ? Het tegendeel, ik voel me als in een warm badje.

Paolo en Nicolo blijken alle twee te weten dat ik gedetineerd ben, maar reppen er met geen woord over. Ik merk het alleen, als ze me vragen of ik tot 12 uur kan blijven werken en of er restricties zijn aan hoe ik terug naar huis ga.
Wat een aardige mensen. Ze maken afspraken met me over wat voor werk we morgen gaan doen en ik voel me zowat weer mens . .

donderdag 7 augustus 2008

mensenrechten

Op internet-radio hoor ik hoe de Nederlandse Premier in China aan zijn olympische gastheren wil laten weten, dat hij veel heeft aan te merken op de manier waarop in China het begrip mensenrechten wordt uitgelegd.

Wel, dames en heren, ik heb veel aan te merken op de manier waarop in Nederland en ook in Italië, eigenlijk in de gehele westerse wereld, het begrip mensenrechten wordt uitgelegd.

Laat ik beginnen met een kleine anekdote:
In 'mijn' dorp woont een groepje oude mensen, gepensioneerde juristen, artsen, geleerden, die hun laatste levensjaren hier rustig laten uitdruppelen.
Mijn lievelings oude dame komt uit deze groep en zij is ook één van de vier personen die weten dat ik in huisarrest zit. (De andere 3 zijn de bovenbuurvrouw en -man en de tandarts)
De oude dame dus, 85 jaar is ze, zei me onlangs, dat ze het jammer vindt dat ik niet voor haar naar Zwitserland kan reizen, om bij een vriend een soort 'pil van Drion' op te halen voor één van de oude mensen, die het moment vindt gekomen om afscheid van dit leven te nemen.

Hebben we door wat hier gebeurt?
Om zoiets persoonlijks als een humaan sterfbed te kunnen regelen, zien deze mensen zich genoodzaakt om de hulp in te roepen van iemand, van wie het bekend is dat ze een strafblad heeft.
Respectabele burgers  worden tot criminaliteit gedreven, vanwege de veronderstelde nukken van de denkbeeldige goden van hun democratisch gekozen religieuze regenten, zoals P. Balkenende en G. Bush, om maar 's wat gristenen te noemen.

Terug naar de mensenrechten:
In mijn uitleg van het begrip mensenrechten, zit om te beginnen de vrijheid voor een volwassen mens om uit dit leven te stappen wanneer zij er genoeg van heeft, op een manier die zij zelf verkiest, met mensen om haar heen die haar dierbaar zijn, zonder dat die vervolgd kunnen worden door de predikers van de mensenrechten in China.

In mijn uitleg van het begrip mensenrechten zit ook de vrijheid van keuze van genotmiddelen, zodat een volwassen mens naar eigen goeddunken marihuana of een ander middel kan gebruiken en qua humeurverbeteraar niet wordt beperkt tot de levensgevaarlijke staatsdrug alcohol.

Verder is er in mijn uitleg van het begrip mensenrechten géén ruimte voor vrijheid van godsdienst. 
Vrijheid van godsdienst is anno 2008 even zinvol als vrijheid van sinterklaas. 
Volslagen overbodig.
Ter illustratie:
Mijn moeder had een Franse achternaam en ik stam via haar af van de hugenoten, een groep protestantse extremisten, die rond 1700 op de vlucht was voor de Franse katholieke fundamentalisten.

We leven inmiddels drie eeuwen later en dat gedoe met god is volslagen achterhaald. 
Ik heb geen god, wil geen god, vind religie hoogstens een tamelijk gevaarlijk sprookje. Ikzelf geloof niet.
Niets.
Ik geloof niet in geloven en we zijn met velen, die dat niet geloven.

Dit schrijf ik niet om te beledigen, ik wil slechts betogen, dat mensenrechten afhankelijk zijn van wat men belangrijk vindt.
Wanneer de christenvisie op het begrip mensenrechten aan mij wordt opgedrongen, ervaar ik dat als een beperking van mijn rechten, omdat de christenvisie en de mijne niet dezelfde zijn. Soms zelfs strijdig.

Als de Nederlandse premier-op-locatie zijn uitleg van de mensenrechten dan ook nog probeert op te dringen aan andere culturen, getuigt dat mijns inziens van gebrek aan respect en dat is ronduit genant.

De christelijke uitleg van het begrip mensenrechten is minder universeel dan de christenen zèlf blijkbaar geloven.